Een hostel of een coliving? Een wereld van verschil.

Als doorgewinterde reiziger heb ik meer hostels en hotels gezien dan ik met m’n twintig vingers en tenen kan tellen; van goedkoop tot spotgoedkoop, want aan duur doe ik niet. Tot drie maanden geleden had ik alleen nog nooit tijd doorgebracht in een coliving en had ik dus geen idee wat ik kon verwachten.

Wanneer ik het hier in Cactus Coliving Tenerife heb over een ‘hostel’ (een woord dat er bij mij zo ontiegelijk ingebakken zit) word ik beloond met fronsende gezichten en een corrigerende opmerking: ‘It’s not a hostel, it’s a coliving!’. Deze is dus voor alle reizigers die ook het woord ‘hostel’ gebruiken wanneer dit verboden is. Een paar argumenten op een rijtje waardoor je dit nóóit meer doet in het bijzijn van ‘colivers’. Luister en huiver.

Ja, hostels en colivings hebben allebei een unieke sociale dynamiek. Je kunt vanuit beide accommodaties in de lokale cultuur duiken en alle smaken proeven die je in Nederland niet vindt. Je ontmoet altijd nieuwe mensen met verschillende achtergronden, gaat met elkaar op pad en uit eten; alles wat je verwacht wanneer je weer eens met je backpack naar de andere kant van de wereld verkast.

Het verschil tussen de twee onderdak-opties zit ‘m voornamelijk in het verschil in reizigers dat het aantrekt; backpackers op doorreis versus digital nomads die werken op afstand. Dit zorgt dus voor compleet verschillende ervaringen. De backpacker verblijft vaak voor een kortere duur in een hostel en gaat op verschillende locaties binnen een bepaalde tijd op onderzoek uit. De digital nomad kiest er vaak voor een langere periode op één plek te blijven en werkt dus een x-aantal uur om brood op de plank te krijgen, of nasi in een bananenblad, of een taco in een krant. You get the point.

Mijn eigen hostelbelevenissen als backpacker waren (en zijn) ge-wel-dig, maar de meeste ontmoetingen zijn altijd kort en vluchtig. In feite “ken” ik misschien wel honderden backpackers, maar er zijn er maar een handjevol die ik eens in de zoveel tijd nog eens een berichtje stuur. Het gros was na een paar dagen weer weg en denk je nooit meer aan. Alles gaat super spontaan, maar is dus van korte duur.

Begrijp me niet verkeerd; deze hostelreizen hebben voor altijd een plekje in mijn hart en ik zou voor een vakantie áltijd voor deze optie blijven kiezen. Maar een coliving? Dat is echt even andere koek. En best een lekker koekje. Na drie maanden kan ik zeggen dat ik de meeste “colivers” hier beter ken dan de lokale Nederlandse supermarkt.

We delen pauzes, maaltijden, werken samen, trekken er gezamenlijk op uit, we praten (véél), we lachen (véél), maar we kunnen ook samen huilen, mediteren, sporten, elkaar helpen, we wisselen ideeën uit – de lijst is eindeloos. De interacties zijn vele malen bewuster en betekenisvoller, waardoor we elkaar door en door leren kennen. Natuurlijk geldt dat niet voor elke ontmoeting, rotte appels heb je overal, maar het gros is geweldig.

Eén van de vele leuke uitstapjes als “familie”.

Colivings richten zich dus meer op reizigers die op zoek zijn naar een gevoel van verbondenheid en naar een community van gelijkgestemden. Ze delen eenzelfde doel; in een ander land een inkomen binnen harken, de winter overleven daar waar het warm is, of de sociaal geaccepteerde norm ontvluchten. Ikzelf behoor tot alle drie de categorieën.

Ze zeggen dat je jezelf echt leert kennen wanneer je op reis gaat. Dat cliché is waar, maar probeer eens als digital nomad langdurig op één plek te verblijven. De renaissance is er niks bij. De community zorgt voor een familie ver weg van huis waar je dus kunt zijn wie je wilt zijn, of wie je in de kern bent. Het maakt níemand wat uit wat je doet en hoe je het doet (mits respectvol). Een terugkomende gezegde is dan ook: ‘Everybody cares, but nobody cares’. Een mooiere zelfontdekkingsreis bestaat er bijna niet. Al staat *kuch* Ayahuasca *kuch* nog op m’n lijstje *KUCH*.

Om het mooi af te sluiten: de hostel- en coliving-ervaringen zijn eigenlijk als twee kanten van de medaille, elk met een eigen manier van reizen en gemeenschap. Hostels zijn geweldig voor reizigers die op zoek zijn naar spontane ontmoetingen gevuld met avontuur en ontdekkingen in kortere periodes, terwijl colivings een meer vaste “thuis weg van huis” zijn. Uiteindelijk hangt de keuze af van je reisstijl en het type verbinding dat je zoekt.

Wat je ook kiest, in elke plek en in elke interactie vind je die speciale reis-saus, die je leven een heel stuk rijker maakt. Twijfel jij of het wat voor je is, dan hoop ik je twijfels bij deze te hebben weggenomen. En denk erom: gebruik nooit en te nimmer het woord ‘hostel’ wanneer je in een coliving verblijft, dat scheelt je mede-colivers een retourtje botox-kliniek.

Previous
Previous

Doe mij maar een klontje mindfuck bij de warme choco

Next
Next

Het succesverhaal van Carla