De dag dat ik mijn hond redde van de verdrinkingsdood

Senna en ik bij de beruchte vijver.

Het was donderdag, een doodnormale thuiswerkdag, een zonnige dag.Het middaguur had geslagen en het was tijd om de hond uit laten. Senna stond te popelen om mee te gaan en wachtte me al kwispelend en ongeduldig op bij de achterdeur, zoals ze dat altijd doet. Geen vuiltje aan de lucht dus.

Eenmaal buiten kwamen we de buurvrouw tegen, vergezeld door haar trouwe viervoeter. Onze hondjes zijn altijd blij elkaar te zien en we besloten samen verder te wandelen. Tevreden, lomp en onstuimig dat ze waren, gaven we onze honden de vrijheid samen even lekker te stoeien en moe te worden. Een rustige hond na een wandeling is namelijk de droom van elke hondeneigenaar, nietwaar?

Echter verliep deze dag anders dan gebruikelijk. Senna loopt wel vaker los en doet dat altijd uitmúntend. Vandaag had ze echter andere plannen, want ergens had ze opeens de grootste behoefte om als een olympische zwemkampioene de lokale eenden-populatie te verslaan in een zwemmarathon en niet meer naar mij te luisteren.

En dit duurde niet eventjes, dit duurde een eeuwigheid.

De minuten kropen voorbij en mijn wanhopige kreten werden door Senna genegeerd, die aan de overkant van de vijver heen en weer bleef zwemmen, de ene eend na de ander achtervolgend. Ze was vastberaden om de hele vijver te verkennen, eend voor eend. En ik? Ik was een achtergrondfiguurtje in haar avontuur, die alleen door omstanders werd gezien en gehoord. Links van me zat een visser aan de kade, die licht geïrriteerd leek om het feit dat ik zijn vangst wellicht zou verpesten. Rechts zat een groepje dames op een bankje pauze te houden, die hoogstwaarschijnlijk dachten dat ik als kleine blondine nooit een Duitse Herder had moeten nemen.

Terwijl de tijd verder verstreek en het schaamrood me op de kaken stond, namen ook de paniek en de onzekerheid toe. Zou ze überhaupt nog wel naar me terugkomen? Waarom luistert ze niet naar me? Vindt ze me nog wel leuk? Wat had ik anders kunnen doen als baasje? Ze had nooit eerder gezwommen zoals ze dat nu deed. Wat als ze moe wordt en het is te laat? Wanneer moet ik haar redden? De tijd leek eindeloos te duren, terwijl Senna intens genoot van haar vrijheid en ik mij aan de kade alvast ontdeed van m’n schoenen en telefoon. Als mijn hond gered zou moeten worden, dan zou ik er klaar voor zijn.

Maar toen.

Na wat voelde als jaren, kwam ze eindelijk weer onze kant opgezwommen. ‘Ze mag me nog, thank god!’ Mijn lieve buurvrouw had mijn paniek aangevoeld (en gezien) en is de hele tijd aan mijn zijde gebleven, waarvoor mijn eeuwige

dank. Om de aantrekkingskracht voor Senna te vergroten, zetten mijn buurvrouw en ik alle zeilen bij om de hoogste piepgeluiden van goedkeuring uit onze strotten te laten komen. Het ging echt gebeuren, ze kwam terug!

Maar toen.

Op vier meter afstand nam haar nieuwsgierigheid weer de overhand en maakte ze opnieuw rechtsomkeert. Mijn heldeninstinct nam het over, en met een elegantie die waarschijnlijk leek op een stervende zwaan, dook ik head first het water in. Niet ideaal gezien de diepte van één meter, maar met reflexen die sneller zijn dan het licht, kwam het niet in me op de voetjes aan de grond te houden. Robin van Persie zou trots op me zijn geweest.

Uiteindelijk bereikte ik Senna, greep haar bij haar lurven en bracht haar weer veilig naar de kant. De visser keek me boos aan, maar zei niets. En zag ik de vrouwen op het bankje nu lachen? Waar was mijn applaus? In plaats van de verwachte heldenontvangst (want laten we eerlijk zijn; ik heb mijn hond zojuist gered van de verdrinkingsdood), was er complete stilte. Ik maakte nog een grapje naar de visser, want ongemak bestrijden door middel van humor is één van mijn grootste talenten, maar er kwam geen reactie. Ook Senna leek me niet per se dankbaar. Ze schudde zich droog en keek me aan met een blik die zei: ‘Ik had alles onder controle, hoor.’ The audacity!

Gelukkig heeft mijn buurvrouw bewijsmateriaal kunnen vastleggen en ontvang ik graag via deze weg alsnog het applaus. Dan kunnen jullie ook zien dat ik met drijfnatte kleding en op sokken weer naar huis ben gelopen en dat mijn kant van het verhaal sowieso niet overdreven is.

Eén ding is zeker: Senna lijn ik nu aan in de buurt van de vijver.

Previous
Previous

In gesprek met Roel Hermans